Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit 2013 tonen

De liefde van de utilitarist

Wanneer Peter Singers moeder zo dement werd dat ze niet meer voor zichzelf kon zorgen, stemde hij erin toe om een thuisverpleger te betalen. Als we aannemen dat zijn moeder zo weinig zelfbewustzijn bezat dat ze niet meer kwalificeerde als een persoon volgens Singers eigen criteria en als we aannemen dat met het geld besteed aan het verlengen van haar leven meerdere kinderen in Afrika zouden kunnen worden geholpen, dan gaat die beslissing van Singer in tegen zijn eigen utilitaristische (kortweg: geluksmaximaliserende) moraaltheorie. Volgens zijn utilitaristische theorie moeten we bij het zoeken naar de moreel juiste handeling aan de belangen van vriend en vreemde evenveel gewicht toekennen. Wanneer hij zijn moeder favoriseert, doet Singer niet wat hij volgens zijn eigen leer zou moeten doen. Et alors? Inderdaad, als zodanig is dit geen verrassing en evenmin een argument. Moraalfilosofen zijn geen heiligen. Zij doen niet altijd wat juist is, of, nauwkeuriger, ze doe

Over overdiagnosticering

Gisteren woonde ik het Filosofisch Café in Utrecht bij. De organisatoren nodigden psychiaters, psychologen en filosofen uit om na te denken over de vraag of het krijgen van een diagnose het zelfbeeld van iemand ten goede of ten slechte verandert. Hoe reageer je wanneer je te horen krijgt dat je hoge graad van onoplettendheid een vorm van ADHD is? Is dat een pak van je hart? Of werkt het net stigmatiserend? Veel hangt af van de reactie van je familie, vrienden, de bredere sociale omgeving. Dat er in onze samenleving nog steeds een taboe rust op psychische stoornissen, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de melding van een psychische stoornis de kans op een job verkleint. Dit is op zich geen argument tegen het stellen van diagnoses dan wel voor het verspreiden van informatie over wat het betekent om een psychische stoornis te hebben. Wat mij betreft zouden werkgevers net zo goed kunnen menen dat het een (kandidaat-)werknemer tot aanbeveling strekt wanneer die laat zien dat hij zich w

Let's talk. De sofa van Paul Weston: onbewuste motieven en morele verantwoordelijkheid

De therapeut Paul Weston uit de HBO-serie In treatment worstelt met een moreel dilemma: de deontologische beroepscode vereist dat hij zich niet laat leiden door zijn gevoelens voor zijn patiënte Laura, maar existentiële persoonlijke idealen over een waardevol leven stellen dat hij zijn passie moet volgen. Wie het eerste seizoen van In treatment wil uitkijken in onwetendheid over de afloop van deze worsteling, stopt nu beter met lezen. In de laatste aflevering krijg je immers het volgende te zien: Paul beslist dat hij zijn remmingen moet loslaten wil hij eindelijk weer een vreugdevol bestaan leiden.  Gezien de intensiteit van zijn emoties (en die van Laura naar hem toe), beslist hij na lang aarzelen dat de deontologische code niet meer van hem kan verwachten dan dat hij elke professionele band met Laura opheft vooraleer hij haar privé benadert. Laura is officieel niet langer zijn patiënte wanneer hij haar thuis opzoekt en toegeeft dat de liefde wederzijds is. Paul en zijn vrouw

Hoofd en hart

In ons leven vragen we ons vaak af ‘wat moet ik doen ?’, uiteenlopend van ‘wat moet ik aantrekken?’ tot ‘welke job moet ik kiezen?’ Wanneer je de vraag stelt ‘wat moet ik doen ?’ zoek je naar redenen, naar richtlijnen die je leiden in je handelingen, naar indicaties die aangeven wat de beste optie is. Filosofen karakteriseren redenen en het proces van naar redenen zoeken vaak te eenzijdig als een kwestie van je verstand gebruiken en objectieve feiten blootleggen. Ik denk daarentegen dat de vraag ‘wat moet ik doen?’ uitnodigt tot een reflectie op waar iemand om geeft, en dat is geen zaak van objectieve waarheden die door het verstand moeten worden blootgelegd. De vraag ‘waar geef ik om?’ verlegt de focus van het verstand naar het hart. In het westerse denken wordt al sinds Plato over ‘hoofd’ versus ‘hart’ gedacht als aan elkaar tegengesteld. Die tegenstelling lijkt mij een foutieve en schadelijke weergave van de werkelijkheid. In mijn boek The Normativity of What We Care About ver

Liefde is een werkwoord

(Op 14 februari 2013 publiceerde ik onderstaande reflectie als column op www.dewereldmorgen.be, maar het hoeft geen Valentijn te zijn om over de liefde na te denken.) Wanneer een partnerrelatie stroef loopt, durven wijze raadgevers al eens opmerken: liefde is een werkwoord. Maar wat voor advies is dit eigenlijk? Vaak bedoelen ze ermee: aan een relatie moet je werken, je moet dingen bespreken, je moet geven en nemen, je mag niet te snel iets voor vanzelfsprekend aannemen maar toetsen of de ander er hetzelfde over denkt, als het niet lukt met twee, roep er een onpartijdige scheidsrechter bij en ga in koppeltherapie. Dit lijkt me allemaal nuttig advies, maar er zit nog een diepere waarheid in de volkswijsheid dat liefde een werkwoord is. Ze drukt niet alleen uit hoe moeilijk en arbeidsintensief liefdesrelaties kunnen zijn. Ze zegt ook iets over wat voor ding liefde is, namelijk dat het geen ding is. Liefde is geen voorwerp maar een werkwoord. Deze gedachte is lastig te visualiseren,

Over leven en dood en Patricia de Martelaere

Op 15 januari 2013 publiceerde De Morgen een opiniestuk van Filip Buekens over de euthanasie van de dove tweelingbroers die langzaamaan ook blind werden en die niet verder wilden leven in isolement van elkaar en de wereld. Buekens waarschuwt in zijn opiniestuk dat het hellend vlak een realiteit is, en geen conservatieve fictie: we worden alsmaar toleranter ten aanzien van euthanasie, en een een wet die bedoeld was om ondraaglijk lijden in de terminale levensfase te verhinderen, wordt gebruikt als een eerste stap in de richting van totale zelfbeschikking. Ik denk dat Buekens gelijk heeft: het hellend vlak is er. De euthanasiewet drukt een totaal andere houding uit ten aanzien van leven en dood dan we al eeuwen gewend zijn, het gaat niet om een kleine technocratische aanpassing in een gelimiteerd aantal gevallen, het gaat om een aardverschuiving. Tegenstanders van euthanasie wijzen terecht op de ernst en de enorme impact van deze veranderingen in de wet. Voorstanders van euthanasie zo