Et alors?
Inderdaad,
als zodanig is dit geen verrassing en evenmin een argument. Moraalfilosofen
zijn geen heiligen. Zij doen niet altijd wat juist is, of, nauwkeuriger, ze
doen niet altijd wat volgens hun eigen theorie juist is. Uit het feit dat
iemand zich niet aan zijn eigen regels houdt, kan men niet ipso facto het failliet van die regels afleiden. Regels kunnen per
definitie geschaad worden – van die mogelijkheid hangt hun sturende kracht af.
Een regel die zich helemaal plooit naar wat mensen daadwerkelijk doen, is
verdacht: die is descriptief in plaats van prescriptief. Regels zijn er om
overtreden te worden.
Wanneer
Singer tijdens een interview geconfronteerd werd met de contradictie tussen
zijn woorden en zijn daden, sprak hij de gevleugelde woorden “it is different
when it is your mother”. Ik weet niet of
hij ooit de filosofische betekenis van deze bekentenis heeft onderzocht: doelde
hij op een motivationeel verschil (dat het anders voelt, dat het moeilijker is,
dat het meer wilssterkte vereist), of bedoelde hij dat er normatief gezien een
verschil is? Met andere woorden: kon hij zich er niet toe brengen datgene te
doen waarvan hij overtuigd was dat het moreel juist was; of was hij (misschien
net omwille van het waargenomen gebrek aan motivatie) niet meer overtuigd dat
handelen in overeenstemming met de utilistische calculus wel moreel juist was?
We kennen
allemaal het vervelende gevoel gehinderd te worden door onze eigen zwakheden: “we
zouden nu toch echt moeten gaan slapen, maar nog een aflevering van Mad Men
kijken zou ook leuk zijn.” Er bestaan gelukkig manieren om onszelf te ‘managen’.
Zoals Odysseus zich aan de mast liet vastbinden, kunnen wij manieren bedenken
om onszelf te binden aan ons oordeel en de verleiding te weerstaan (we kunnen
er met een timer bijv. voor zorgen dat de DVD-speler niet meer werken wil na
middernacht). We beschouwen het stemmetje dat ons verleidt nog een aflevering te
kijken als hinderlijk. Maar dit element is afwezig in de fenomenologische
beschrijving van Singers dilemma: hij ervaarde de stem die hem aanspoorde om
voor zijn moeder te zorgen niet als een hinderlijk gevoel. De kracht van die
stem is ergens anders op gebaseerd dan de macht die verlangens over ons
uitoefenen. Het is de stem van de liefde die sprak (zo kunnen we toch
veronderstellen). Liefde heeft een zekere autoriteit.
Aan de
utilitarist die op dit punt in de redenering de culturele relativiteit van
liefdespraktijken inroept, geef ik toe dat het ontegenzeggelijk waar is dat
liefde en de verwachtingen die geliefden koesteren tegenover elkaar, culturele
producten zijn. Wat liefde van ons vraagt, kan verschillend zijn van plaats tot
plaats, tijd tot tijd. Maar mijn redenering berust op twee waarheden die niet
afhankelijk zijn van plaats en tijd. Ten eerste, dat er een verschil is tussen de
autoriteit van liefde en de macht van verlangens hangt niet af van contingente
invullingen en culturele interpretaties. Ten tweede, dat kinderen zorg en liefde
nodig hebben om uit te groeien tot zelfstandige, handelingsbekwame volwassenen
is een feit aangaande de menselijke natuur, niet aangetast door deze of gene
culturele vormgeving ervan. Dit tweede punt vind ik een reden om te overwegen
of liefde een voorwaarde voor moraal zou kunnen zijn. Misschien komt liefde
eerst, niet alleen chronologisch gezien, maar ook structureel gezien. Als dat
waar is, wijst het particuliere voorbeeld van Singers 'overtreding' op een algemeen fundamenteel probleem in de
utilitaristische benadering van moraal.
Utilitarsten
zijn altijd al vernieuwers geweest. De pleidooien van Jeremy Bentham en John Stuart Mill voor een
betere behandeling van dieren en vrouwen en mensen met een donkere huidskleur
werden in hun tijd niet als moreel progressief, maar als verwerpelijk of onbegrijpelijk
beschouwd. En nog steeds ontsteken Singer en andere utilisten met hun
uitspraken over bijvoorbeeld de morele plichten ten aanzien van gehandicapte
kinderen en demente bejaarden, hevige maatschappelijke debatten. Singer was
lange tijd persona non grata in Duitsland. Dat een uitspraak ingaat tegen
intuitie en tijdsgeest is niet altijd een teken van perversie of
absurditeit. Net omdat ze heilige huisjes durven aanvallen, hebben Bentham,
Mill en Singer de immorele behandeling van dieren, vrouwen en slaven herkend en
bestreden. Zou onze weerstand tegen het voorstel om de lokroep van de liefde te negeren ten voordele van onpersoonlijke morele plichten ook een stuiptrekking
zijn van ingeprente collectieve vooroordelen of contingente culturele schema’s?
Zou mijn goedkeuring van Singers keuze om zijn moeder te verzorgen een gevolg
zijn van mijn beperkte vermogen om ware morele progressie te herkennen?
Er lijkt
mij echter een belangrijk verschil tussen twee types van morele strijd. Het
pleidooi voor een andere omgang met dieren, vrouwen en mensen met een donkere
huidskleur is fundamenteel anders dan het pleidooi voor een gelijke behandeling
van familie, vrienden en vreemden. Vegetarisch eten en het gelijk behandelen
van mensen ongeacht hun gender of huidskleur werkt. Toegegeven, er moeten
neigingen overwonnen worden, zelfmanagement-truucjes bedacht worden zowel op
individueel als maatschappelijk niveau (ik denk aan politieke maatregelen). Maar
het werkt. Het blijkt mogelijk om het morele domein te verbreden, om de
gemeenschap van wezens die kunnen rekenen op onze goedwillendheid uit te
breiden. De morele sensitiviteit wordt niet ondermijnd maar net aangescherpt.
Ik betwijfel sterk of dit laatste zich ook zou voordoen wanneer Singers
voorstel om het welzijn van onze ouders of kinderen af te wegen tegen het
welzijn van een kind in Afrika ernstig genomen wordt. Een eerste probleem is
dat het welzijn van een geliefde niet iets is dat af te wegen valt. Zo
afstandelijk ga je niet om met een geliefde. Dat realiseert Singer zich ook op
het moment dat zijn moeder zwaar dement wordt. Een tweede probleem, dat hij
zich misschien niet realiseert, is dat het standpunt van waarop hij zijn zieke
moeder beschouwt, en dat ik gemakshalve het standpunt van de liefde noem, een
essentieel standpunt is zonder het welke geen enkel ander standpunt, ook niet
het morele standpunt, valt in te nemen. Als Singer niet zou weten wat liefde
is, zou moraal hem niets zeggen, a
fortiori ook de utilitaristische opvatting van moraal niet. Zonder liefde
ontwikkelen kinderen zich niet tot mensen met het vermogen om te geven om
anderen, om de verlangens en gedachten van anderen te herkennen, om
gemeenschappen en projecten te delen met anderen. (Ontwikkelingspsycholoog
Peter Hobson legt in zijn boek The Cradle
of Thought (dat ik in een volgende blogpost zal bespreken) overtuigend uit
waarom dat zo is.)
De
bijzondere band die we hebben met geliefden valt in niets te vergelijken met het favoriseren van eigen ras, gender of soort. Dat laatste is
accidenteel en valt te schrappen zonder aan de kern van moraal te raken. We
zijn nog steeds in staat om goed van kwaad te onderscheiden wanneer we dieren,
vrouwen en mensen met een niet-blanke huidskleur mee opnemen in de morele
gemeenschap. Maar liefde en de ‘partijdigheid’ die inherent is aan liefde, zijn
geen optionele bijkomstigheden. Wie dit schrapt uit een mensenleven, schrapt
ook de voorwaarden voor een moreel leven. Zonder liefde geen moraal. De
natuurlijke evolutie is dat een kind eerst leert broers en zussen en ouders en
vriendjes rechtvaardig en behulpzaam te bejegenen. Het constateert gaandeweg
“it is different when it is a stranger”, maar leert dat respect constitutief is
voor alle relaties en dat we het verschuldigd zijn aan alle mensen die ons pad
kruisen. Of het standpunt van de liefde het standpunt van de moraal kan
vervangen, laat ik in het midden – het antwoord hangt af van hoe centraal men
naastenliefde in de moraal plaatst. Maar dat liefde een in staat stellende
voorwaarde is voor moreel aanvoelen en moreel goed handelen, lijkt mij evident.
Een moraaltheorie die stelt dat we de stem van de liefde moeten negeren en iedereen,
vrienden en familie incluis, moeten behandelen alsof het vreemden waren,
ondermijnt daarom zichzelf. Peter Singer deed er goed aan te luisteren naar wat
liefde weet.
Reacties
Een reactie posten