Doorgaan naar hoofdcontent

Elke dag vrouwendag #IWD18



Ik ben een dag te laat. Ik had gisteren iets willen posten, maar besloot wijselijk om me niet te laten opjagen door een arbitraire datum. Stress omdat het vrouwendag is… dat kan niet de bedoeling zijn van vrouwendag. En bovendien, als voor mijn gynaecoloog (bij wie ik gisteren op controle moest) geldt dat elke dag vrouwendag is, dan toch zeker ook voor mij.

De arbitraire datum toch ernstig nemend (is hij trouwens arbitrair gekozen, of weet iemand waarom precies 8 maart Internationale vrouwendag is? Ik heb me laten vertellen dat 11 november de Belgische vrouwendag is omdat op die dag toevallig Simone de Beauvoir tijd had om een lezing te komen geven in Brussel) heb ik deze week nog een keer een feministisch boek gelezen. De titel van het boek is voor non-native speakers (althans voor deze non-native speaker) niet meteen helder. Een boek dat “Down girl” heet zou naar mijn taalgevoel ook over disability en gender kunnen gaan, maar de associatie die je erbij hoort te hebben is die van “Down Max!” wanneer je een hond commandeert. De auteur is feministisch filosofe Kate Manne, die gek genoeg de familienaam van haar man overgenomen heeft, maar daar zou ik haar mening eerst over moeten horen vooraleer er commentaar op te geven (Correctie november 2019: Daniel Manne heeft de naam van zijn vrouw overgenomen, dat had ik beter moeten checken!). 

Het boek gaat over misogynie. En over wat dat woord betekent, en hoe het nog steeds een bestaande problematische praktijk aanduidt als we het woord tenminste op een nuttige manier interpreteren.  Want misogynie moeten we niet letterlijk opvatten als de haat die iemand voelt ten aanzien van vrouwen als vrouwen. Immers, vrouwen kunnen misogien zijn, zonder daarom zichzelf te haten. En weinig mannen zijn over de hele lijn en in die letterlijke zin van het woord vrouwenhaters. Bijna alle mannen houden wel van een vrouw, al was het hun moeder of dochter. Maar dat feit sluit niet uit dat ze toch misogien kunnen zijn. Die mogelijkheid wordt perfect bewezen door de niet-grappig bedoelde maar zo pijnlijk grappige uitspraak van een Amerikaanse vrouw op televisie die  uitlegt waarom ze, als vrouw, toch voor Donald Trump stemt: “Als hij echt vrouwen haat, waarom is hij er dan met drie getrouwd?”… Daar had de interviewer niet meteen van terug. Hoe uitleggen aan iemand die deze uitspraak doet, dat het tweede deel van haar zin evengoed het eerste deel zou kunnen bevestigen in plaats van ontkennen?

Manne vermeldt dit specifieke voorbeeld niet, maar aan de hand van vele andere voorbeelden uit de Amerikaanse actualiteit toont ze aan waar de denkfout zit, en hoe we die kunnen vermijden door misogynie niet op te vatten als een persoonlijke houding of gevoel maar als een maatschappelijke tendens van vrouwenonderdrukking. En die tendens zien we nog overal om ons heen grijpen, eenmaal we er leren oog voor te hebben. Misogynie uit zich in het opleggen en naleving controleren van bepaalde gender-gerelateerde rollen en normen. Zolang vrouwen zich bezighouden met zorgen voor, dienen van, bijdragen aan, steunen van anderen zal het beest misogynie zich niet roeren, en kan iedereen denken dat feminisme voorbij gestreefd is, dat Internationale Vrouwendag overbodige aandacht-trekkerij is, dat (westerse) vrouwen vandaag de dag toch volledig erkend worden in hun autonomie. Maar Hillary Clinton weet wel beter. En het duidelijkste Vlaamse voorbeeld van de voorbije jaren dat mij te binnen schiet is de passage van Linda De Win in De Slimste Mens. Hun autonome keuzes konden niet op respect van allen rekenen. Manne besteedt verschillende hoofdstukken aan de presidentsverkiezing van 2016, en ze toont overtuigend aan dat Clinton het niet enkel moest opnemen tegen bullebak Trump maar tegen een leger van al dan niet zelfbewuste soldaten van het patriarchaat. Clinton trad de klassieke rolverdeling met de voeten, en ze verlangde naar wat traditioneel mannen toebehoort: (presidentiële) macht. Daarvoor moest ze boeten.

Manne poneert de ietwat controversiële stelling dat Trump niet zozeer een seksist is, maar des te meer een misogynist. Het is net omdat hij Clintons capaciteiten niet onderschatte dat hij haar met alle mogelijke middelen wilde bestrijden, vernederen, ridiculiseren. Dat seksisme en misogynie als communicerende vaten werken, klinkt misschien paradoxaal maar is perfect begrijpelijk. We vinden het al lang niet meer ondenkbaar dat een vrouw kandideert voor het presidentschap van de USA, of voor de titel van slimste mens ter wereld  (we weten dat mannen en vrouwen even bekwaam zijn) maar net daardoor worden er situaties gecreëerd die vrouwenhaat oproepen, die het inbinden van vrouwelijke ambities noodzakelijk maken. En daarom is de strijd van het feminisme dus nog niet gestreden. Om de logica van Mannes boek dichter bij huis te brengen: dat vrouwen net zo goed als mannen professor kunnen zijn, is stilaan gemeengoed geworden (alhoewel de cijfers van de man-vrouwverdeling in het zelfstandig academisch personeel nog altijd de werking van bepaalde vooroordelen of implicit biases doen vermoeden). Studenten schrikken er niet van dat er een vrouw voorin de aula staat. Maar ze schrikken er wel van als die vrouw hen buist. En als straf krijgen deze vrouwen dan een slechte studentenevaluatie

Wijzen op de problemen die vrouwen nog steeds ondervinden moet natuurlijk niet omslaan in of geïnterpreteerd worden als zelfmedelijden. Precies 6 weken geleden werd onze dochter geboren. Ik heb geen spatje medelijden met haar, integendeel: vrouw zijn is geweldig. Alleen is het jammer, zelfs onrechtvaardig, wanneer de omgeving het ons niet toelaat om dat zo aan te voelen.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Identiteit intimidatie

  Intimitutifrutikutimuti, k weet niet wat het is (naar Raymond van het Groenewoud) Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Nochtans zijn zogenaamde identiteitsstrijden in oorsprong strijden tegen onderdrukking. Het is, vanuit moreel opzicht, merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan .   Witte mannelijke intellectuelen  zoals Sid Lukkassen en Jonathan Haidt hebben zich de term identiteitspolitiek toegeëigend om er hun cultuurkritiek op te bouwen. Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, in de missieverklaring van de Combahee River Collective (gepubliceerd in 1977), lezen we dit: This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else

Incest, walging en instemming: ethiek valt (helaas) niet te herleiden tot één fundament

Wat is er mis met incest tussen twee volwassen die het allebei willen? vraagt Debra Lieberman in  een interview  over haar boek Objection (De Morgen 18 januari 2019). Ze bedoelt het als een retorische vraag.  De aanleiding is het reële geval van een Duitse geadopteerde jongen die later, zonder het te weten, met zijn zus trouwde en vier kinderen kreeg. Hij kreeg gevangenisstraf omwille van het incestverbod. Dat lijkt extreem. Vervolgens neemt Lieberman ons mee naar de suggestie dat er nooit iets mis is met incest, zolang het gaat om volwassenen die instemmen. OF er een wet moet zijn die incest verbiedt, laat ik buiten beschouwing. Maar dat sociale afkeuring van incest kortzichtig of ongegrond zou zijn, wil ik betwijfelen. En dat doe ik niet omdat ik zou walgen van het idee. Walging vormt volgens Lieberman alsmaar vaker een basis voor politieke, rechterlijke en morele beslissingen. Jonathan Haidt, een collega-psycholoog die beroemd werd met zijn studies over walging als morele emoti

Parasite: een verhaal over liefde en smerigheid

Komende vrijdag vieren we weer de liefde. En dat is gepast, de liefde is mooi. Maar ook gemeen. Op talloze geniepige, gruwelijke en misleidende manieren, zoals de gelauwerde film  Parasite  van Bong Joon Ho toont.  De film heeft meerdere lagen, en laat vele interpretaties toe. Volgens één lezing ervan gaat de film over twee families die gelukkig willen zijn. En is daar dan iets mis mee?  Mr. en Mrs. Park wonen in een prachtig modernistisch en gigantisch huis dat ze zich kunnen veroorloven en waar ze zich omringen met bedienden (een huishoudster, een chauffeur, privé-leerkrachten) die fatsoenlijk en - naar de heersende normen - correct behandeld worden. De ouders willen het beste voor hun kinderen. Dat willen ook Ki-taek en Chung-sook voor hun twee kinderen, die alle slechtbetaalde klusjes aannemen die ze kunnen krijgen om centen binnen te halen. En dan krijgt deze berooide familie een kans uit de duizend. Ze zien een manier om zich binnen te murwen in het huishouden en op de pay-r