Doorgaan naar hoofdcontent

Dans, Hanne, dans

In een interview in deze krant verzuchtte Hanne Decoutere “ach dat schuldgevoel” wanneer ze een bericht kreeg over een ziek zoontje. Sinds ze de uitdaging van de programmamakers ‘Hanne danst’ aannam, kan ze nog heel weinig tijd met haar gezin spenderen. Het zoontje blijft bij de onthaalmoeder slapen, terwijl Hanne naar de Pilates-les gaat. 
Ook moeders met minder extreme ambities dan Hanne Decoutere zullen het schuldgevoel  herkennen. Vele werkende moeders voelen zich schuldig of egoïstisch wanneer ze hun kleintje naar de kinderopvang brengen op weg naar het werk. Lectuur van het boek ‘Mother Nature’ van primatologe Sarah Blaffer Hrdy heeft mij daarvan afgeholpen. 

Moederlijke emoties (zoals een zogenaamd moederinstinct, of het genoemde schuldgevoel) worden nog heel vaak voorgesteld als in conflict met de persoonlijke ambities van vrouwen. Maar, toont Hrdy aan, evolutionair gezien houdt die opsplitsing, laat staan tegenstelling, geen steek. In de haar typerende vlotte en heldere stijl schrijft ze “Female primates have always been dual-career mothers.” De evolutietheorie (tot ons gekomen via mannen, die hun culturele verwachtingen soms injecteerden in hun wetenschappelijke geschriften) heeft lang een beeld voorgehouden van de actieve man en de passieve vrouw.  De vrouw met het meeste kans op succesvolle voortplanting zou, volgens dat beeld, slechts twee eigenschappen moeten hebben: fysieke aantrekkelijkheid, en vermogen tot onvoorwaardelijke toewijding aan haar kinderen. Maar Hrdy zag in haar veldwerk met primaten een hele andere invulling van moederschap werkzaam,  wat ze in cultuur-historische en antropologische studies bevestigd vindt. Om een kind groot te brengen moet een vrouw veel creatiever, opportunistischer en strategischer zijn dan het beeld van de toegewijde moeder die haar breiwerk opzij legt van zodra het kind ‘mama’ roept suggereert. Reproductie is een kwestie van afwegingen maken, afwegingen tussen zelfbehoud en voortplanting, tussen zelf voortplanten en zorgen voor de kleinkinderen, tussen kwaliteit van het nageslacht en kwantiteit ervan (infanticide is geen pathologische uitzondering in het zoogdierenrijk). En ‘gaan werken’ is voor de hedendaagse moeder wat ‘voedsel verzamelen’ is voor de moeder in een jager-verzamelaar-samenleving. Moeders die enkel blijven reproduceren zonder te overwegen of ze hun tijd en energie niet beter anders besteden hebben weinig kans om hun genen door te geven. 

Vrouwen met het meeste kans op voortplanting verdelen hun energie en tijd wijs over zelf kracht opdoen, reproduceren, en voedsel voorzien. En in vele species helpen de moeders elkaar daarbij. Een gorilla-moeder houdt haar kind het eerst anderhalf jaar bij zich, en ook een chimpansee-moeder geeft haar kind niet af. Maar bij andere primaten gaat een baby van arm tot arm, zodat de moeder vrij en efficiënt eten kan zoeken. Hrdy is bekend geworden met haar ‘allomothers-theorie’: een kind heeft vele moeders, en dat kunnen ook mannen zijn. Daarmee wil ze ook een correctie aanbrengen op de gangbare interpretatie van John Bowlby’s ‘attachment theory’. Volgens die theorie moet een kind zich in de eerste maanden en jaren veilig kunnen hechten aan een moederfiguur om op te groeien tot een gezonde, zelfverzekerde volwassene. Het hoeft niet te verbazen dat deze theorie feministen in het verkeerde keelgat schoot, en bij de uitreiking van een eredoctoraat aan Bowlby in 1977 protesteerden vrouwen in de straten van Cambridge: een kind veilig gehecht betekende een moeder zeker geketend. Maar volgens Hrdy is er evolutionair geen enkel bewijs dat een kind voordeel heeft bij het zich hechten aan slechts één vrouw die dan ook nog eens de biologische moeder zou moeten zijn. Dus er is, vanuit evolutionair of ontwikkelingspsychologisch standpunt, geen intrinsieke onverzoenbaarheid tussen kinderen krijgen en een carriere nastreven. Het enige probleem dat zich volgens Hrdy daadwerkelijk stelt, is het vinden van gemotiveerde en goede ‘alloparents’. Maar daar heeft Hanne Decoutere met een ondersteunende familie en een fantastische onthaalmoeder een oplossing voor gevonden. Dus dans, Hanne, dans, anders zijn we verloren.

(Gepubliceerd in De Standaard op 12
februari 2019)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Identiteit intimidatie

  Intimitutifrutikutimuti, k weet niet wat het is (naar Raymond van het Groenewoud) Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Nochtans zijn zogenaamde identiteitsstrijden in oorsprong strijden tegen onderdrukking. Het is, vanuit moreel opzicht, merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan .   Witte mannelijke intellectuelen  zoals Sid Lukkassen en Jonathan Haidt hebben zich de term identiteitspolitiek toegeëigend om er hun cultuurkritiek op te bouwen. Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, in de missieverklaring van de Combahee River Collective (gepubliceerd in 1977), lezen we dit: This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else

Incest, walging en instemming: ethiek valt (helaas) niet te herleiden tot één fundament

Wat is er mis met incest tussen twee volwassen die het allebei willen? vraagt Debra Lieberman in  een interview  over haar boek Objection (De Morgen 18 januari 2019). Ze bedoelt het als een retorische vraag.  De aanleiding is het reële geval van een Duitse geadopteerde jongen die later, zonder het te weten, met zijn zus trouwde en vier kinderen kreeg. Hij kreeg gevangenisstraf omwille van het incestverbod. Dat lijkt extreem. Vervolgens neemt Lieberman ons mee naar de suggestie dat er nooit iets mis is met incest, zolang het gaat om volwassenen die instemmen. OF er een wet moet zijn die incest verbiedt, laat ik buiten beschouwing. Maar dat sociale afkeuring van incest kortzichtig of ongegrond zou zijn, wil ik betwijfelen. En dat doe ik niet omdat ik zou walgen van het idee. Walging vormt volgens Lieberman alsmaar vaker een basis voor politieke, rechterlijke en morele beslissingen. Jonathan Haidt, een collega-psycholoog die beroemd werd met zijn studies over walging als morele emoti

Parasite: een verhaal over liefde en smerigheid

Komende vrijdag vieren we weer de liefde. En dat is gepast, de liefde is mooi. Maar ook gemeen. Op talloze geniepige, gruwelijke en misleidende manieren, zoals de gelauwerde film  Parasite  van Bong Joon Ho toont.  De film heeft meerdere lagen, en laat vele interpretaties toe. Volgens één lezing ervan gaat de film over twee families die gelukkig willen zijn. En is daar dan iets mis mee?  Mr. en Mrs. Park wonen in een prachtig modernistisch en gigantisch huis dat ze zich kunnen veroorloven en waar ze zich omringen met bedienden (een huishoudster, een chauffeur, privé-leerkrachten) die fatsoenlijk en - naar de heersende normen - correct behandeld worden. De ouders willen het beste voor hun kinderen. Dat willen ook Ki-taek en Chung-sook voor hun twee kinderen, die alle slechtbetaalde klusjes aannemen die ze kunnen krijgen om centen binnen te halen. En dan krijgt deze berooide familie een kans uit de duizend. Ze zien een manier om zich binnen te murwen in het huishouden en op de pay-r