Doorgaan naar hoofdcontent

Parasite: een verhaal over liefde en smerigheid


Komende vrijdag vieren we weer de liefde. En dat is gepast, de liefde is mooi. Maar ook gemeen. Op talloze geniepige, gruwelijke en misleidende manieren, zoals de gelauwerde film Parasite van Bong Joon Ho toont. De film heeft meerdere lagen, en laat vele interpretaties toe. Volgens één lezing ervan gaat de film over twee families die gelukkig willen zijn. En is daar dan iets mis mee? 
Mr. en Mrs. Park wonen in een prachtig modernistisch en gigantisch huis dat ze zich kunnen veroorloven en waar ze zich omringen met bedienden (een huishoudster, een chauffeur, privé-leerkrachten) die fatsoenlijk en - naar de heersende normen - correct behandeld worden. De ouders willen het beste voor hun kinderen. Dat willen ook Ki-taek en Chung-sook voor hun twee kinderen, die alle slechtbetaalde klusjes aannemen die ze kunnen krijgen om centen binnen te halen. En dan krijgt deze berooide familie een kans uit de duizend. Ze zien een manier om zich binnen te murwen in het huishouden en op de pay-roll van de familie Park. Die manier verloopt niet helemaal eerlijk, en gaat gepaard met leugens en bedrog. Maar die zijn slechts instrumenteel om een doel te bereiken waar niks mis mee is: een beter leven voor zichzelf. En in de stuitend ongelijke samenleving waarin ze wonen lijkt het erop dat ze dit betere leven niet zullen krijgen door er beleefd om te vragen, zelfs niet door er ‘gewoon’ hard voor te werken. 
De Duitse filosoof Theodor Adorno zei “Es gibt kein richtiges Leben im falschen.” Men kan geen goed leven leiden in een onrechtvaardige wereld. Wie een leven moet uitbouwen in onrechtvaardige omstandigheden, is gedwongen om zijn of haar keuzes daaraan aan te passen. Dat geldt overigens niet alleen voor de berooide familie, maar ook voor de schatrijke familie. Ook zij zijn opgezadeld met een wereld waar ze niet voor gekozen hebben en in die zin niet verantwoordelijk voor zijn. Hun overvloedige rijkdom kan schandalig lijken. Maar probeert niet elk van ons, net als zij, zich op te werken op de sociale ladder en zoveel mogelijk kansen te verzilveren als mogelijk? Er zijn aan de familie Park geen morele verwijten te maken. Er lijkt nog veel minder iets aan de familie van Ki-taek te verwijten. Allen zijn gericht op het verbeteren van hun leven en dat van hun naasten. En daardoor loopt het gruwelijk mis.
De mandaten van de liefde en die van de moraal staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Op een cruciaal moment in de film wordt dat pijnlijk sterk verbeeld, wanneer de ene vader uit liefde voor zijn kind aan de andere vader iets vraagt wat totaal ongevoelig, wreed en ongepast is. Nochtans is dit moment slechts een uitvergroting van wat de hele tijd speelt: uit schijnbaar onschuldige motieven (zoals het beste onderwijs willen voor onze kinderen, een mooi huis en lekker eten voor onszelf) groeit de ergste onverschilligheid voor het lot van anderen. In de filosofie spreekt men over “de tweestrijd van de praktische rede”: de liefde geeft ons goede redenen om voor onszelf en onze naasten te zorgen, de moraal geeft ons redenen die daar tegenin gaan. Voor sommige filosofen is het zonneklaar dat keuzes ingegeven door liefde wel onschuldig en moreel toelaatbaar lijken maar dat helemaal niet zijn. De Australische filosoof Peter Singer bijvoorbeeld beschouwt het kopen van een extra cadeautje of een mooi zondags jurkje voor onze kinderen als een morele fout: met dat geld hadden we malarianetten kunnen kopen en het leven redden van kinderen aan de andere kant van de wereld. Singer hamert erop dat afstand geen moreel verschil maakt. Wat de film Parasitetoont, is dat die (comfortabele) afstand er zelfs helemaal niet is: de rijken en de armen delen hetzelfde huis. De filmtitel is in dit opzicht prachtig dubbelzinnig. De stinkend rijke familie parasiteert op de ellende van de arme, evengoed als de arme probeert te profiteren van het geluk van de rijke. 
Voor Singer zouden we de liefde komende vrijdag maar beter niet vieren. Persoonlijk vind ik dat onze geliefden wel eens wat extra aandacht verdienen. Maar denk twee keer na voor je jezelf of je geliefde tracteert op spotgoedkope Valentijnsprullaria of andere materiële overbodigheden vervaardigd ergens in die donkere kelder waarop ons mooie huis rust. Het kan geen kwaad om af en toe stil te staan bij de ongemakkelijke vraag of ons geluk niet parasiteert op het ongeluk van een ander. 

(Deze tekst verscheen op woensdag 12 februari in De Standaard: https://www.standaard.be/cnt/dmf20200211_04844291)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Identiteit intimidatie

  Intimitutifrutikutimuti, k weet niet wat het is (naar Raymond van het Groenewoud) Identiteitspolitiek is een scheldwoord geworden. Iets waar je liever niet aan doet, want dan krijg je een hoop rotzooi over je heen. Niets dat zo polariseert als een mening over identiteit. Nochtans zijn zogenaamde identiteitsstrijden in oorsprong strijden tegen onderdrukking. Het is, vanuit moreel opzicht, merkwaardig dat daar zo veel ophef over is ontstaan .   Witte mannelijke intellectuelen  zoals Sid Lukkassen en Jonathan Haidt hebben zich de term identiteitspolitiek toegeëigend om er hun cultuurkritiek op te bouwen. Maar als we teruggaan naar de geboorte van het begrip, in de missieverklaring van de Combahee River Collective (gepubliceerd in 1977), lezen we dit: This focusing upon our own oppression is embodied in the concept of identity politics. We believe that the most profound and potentially most radical politics come directly out of our own identity, as opposed to working to end somebody else

Incest, walging en instemming: ethiek valt (helaas) niet te herleiden tot één fundament

Wat is er mis met incest tussen twee volwassen die het allebei willen? vraagt Debra Lieberman in  een interview  over haar boek Objection (De Morgen 18 januari 2019). Ze bedoelt het als een retorische vraag.  De aanleiding is het reële geval van een Duitse geadopteerde jongen die later, zonder het te weten, met zijn zus trouwde en vier kinderen kreeg. Hij kreeg gevangenisstraf omwille van het incestverbod. Dat lijkt extreem. Vervolgens neemt Lieberman ons mee naar de suggestie dat er nooit iets mis is met incest, zolang het gaat om volwassenen die instemmen. OF er een wet moet zijn die incest verbiedt, laat ik buiten beschouwing. Maar dat sociale afkeuring van incest kortzichtig of ongegrond zou zijn, wil ik betwijfelen. En dat doe ik niet omdat ik zou walgen van het idee. Walging vormt volgens Lieberman alsmaar vaker een basis voor politieke, rechterlijke en morele beslissingen. Jonathan Haidt, een collega-psycholoog die beroemd werd met zijn studies over walging als morele emoti